Het Gschnitztal splitst zich bij Steinach am Brenner af van het Wipptal, en is bekend als wandelparadijs, en biedt ook mogelijkheden voor fietsen en mountainbiken, langlaufen in de winter, en voor het beklimmen van indrukwekkende bergtoppen.
Het Gschnitztal, dat je kunt bereiken via de Gschnitztalstraße, onder de Geschnitztalbrücke door van de Brenner autobaan, loopt vanaf Steinach tot aan Laponsalm op 1.487 meter hoogte, en wordt omgeven door de ene na de andere indrukwekkende berg.
Twee leuke dorpjes, Trins en Gschnitz, en meerdere gehuchten, maar vooral een mogelijkheid om te genieten van de prachtige en afwisselende natuur.
Als je in Steinach am Brenner je vakantie doorbrengt, dan moet je enerzijds het Gschitztal bezoeken, en zal je anderzijds merken dat je dit vaker gaat doen. En daar zijn een groot aantal redenen voor.
Laponesalm aan het einde van het Gschnitztal
Laponesalm, dat aan het einde van het Gschnitztal ligt, is misschien wel de meest geliefde bestemming in het Gschitztal, en kan alleen te voet bereikt worden.
Bij Feuerstein, dit is bij het einde van Gschnitz, met volop parkeergelegenheid, en het eindpunt van de bus, kan je over een verharde weg naar Laponesalm wandelen.
Een ongerept stuk natuur, dat door de inwoners vroeger werd beschreven als het einde van de wereld.
Bij Laponesalm kan je in het restaurant wat eten en drinken, en hoewel de dag hier absoluut niet hoeft te eindigen, kan je via dezelfde weg weer terug wandelen, of via het bospad langs de andere kant van de Gschnitzbach.
Vanzelfsprekend kan je de Laponesalm ook met de mountainbike bereiken.
Aan het einde van het Gschnitztal, voorbij Laponesalm, zijn overigens diverse mogelijkheden om de bergen in te wandelen of te klimmen, bijvoorbeeld naar de Bremer Hütte op 2.390 meter hoogte.
Gschnitz
Het motto in de zomermaanden in Gschnitz is “veel natuur”.
Een uniek bergdorp, dat omgeven wordt door de prachtige bergwereld, met als kenmerk de bergen Kirchdach en Kirchdachspitze, en kijk er maar eens naar, van een afstand lijken het inderdaad net een kerkdak met toren.
In het koude jaargetijde wordt Gschnitz wel gezien als één van de beste langlaufbestemmingen in Tirol, en voor winterwandelen.
Het dorpje heeft 18 kilometer gespoorde langlaufloipen, met naast de loipen, een winterwandelweg.
Vanuit Gschnitz kan je het kenmerk van de regio bezoeken, het kerkje St. Magdalena, met de oudste fresco’s van Noord-Tirol.
Het kerkje ligt hoog tegen de berg aan, en is alleen te voet bereikbaar over een soms steil bergpad. De wandeling duurt ongeveer 1 uur en 45 minuten, maar is absoluut aan te raden.
Overigens is bij St. Magdalena ook een klimtuin, met moeilijkheidsgraad 3 – 6.
Trins
Trins, is het ideale uitgangspunt voor wandelingen met het gehele gezin, bergtouren en mountainbiketouren.
De huisberg van Trins is de Blaser, niet bijzonders zal je misschien denken, maar het is de bloemenrijkste berg van Tirol.
Naar de top van de Blaser wandelen, vanaf Trins of vanaf Steinach am Brenner, is letterlijk en figuurlijk een hele klim, maar je hoeft alleen omhoog te wandelen via goed begaanbare wandelwegen.
Bovenop de Blaser kan je uitrusten bij de Blaserhütte, en vooral genieten van het prachtige uitzicht in alle richtingen, bijvoorbeeld op de beroemde berg de Serles.
Ook de wandeling naar de Gerichtsherrenalm, en ook hier kan je wat eten en / of drinken, is vanaf Trins een mooie wandeling omhoog.
De Gerichtsherrenalm is ook bereikbaar vanaf Steinach, en vanaf de Bergeralm.
Meer infomatie
http://www.laponesalm.at
http://www.trins-tirol.at
http://www.gschnitz-tirol.at
http://www.bremerhuette.at